Nicolas Lombaerts leerde zijn vriendin Carolien Van der Sprecht al op jonge leeftijd kennen. In 2011 stapten ze in het huwelijksbootje.
Karolien is de jeugdliefde van Nicolas Lombaerts. Ze volgde hem ook naar Sint Petersburg, waar hij een miljoenensalaris opstrijkt bij Zenith. Vroeger woonden Nicolas Lombaerts en Karolien Van der Sprecht in Knokke, al vond de Rode Duivel het daar ’s zomers veel te druk. Amusant is wel de uitspraak die hij jaren geleden deed over het volk dat door Knokke paradeerde: ,,Sommige mensen lopen ook nog altijd te koop met hun rijkdom. Hoe meer geld, hoe meer streken.”
Lombaerts studeerde aanvankelijk nog rechten, maar gaf daarbij al wel aan dat de combinatie met voetbal een zware was. Hij was van plan, mocht hij geen prof zijn geworden, om advocaat of deurwaarder te worden. Hij overweegt na zijn carrière wellicht alsnog die ambten op te pakken.
Nicolas Lombaerts heeft een relatie met Karolien Van Der Sprecht
Nicolas en Karolien gaan het liefst op vakantie naar bestemmingen waar het tropisch warm is. ,,Zoals de Malediven en de Seychellen.” Bewondering heeft hij voor Roger Federer: ,,Wat Roger Federer in het tennis presteert, vind ik wel formidabel. Ik heb ook veel respect voor wat wielrenners presteren, maar wat moet je daar tegenwoordig nog van geloven?”
Het levensmotto van Nicolas Lombaerts en Karolien Van der Sprecht is: ,,Zoveel mogelijk profiteren van het leven. Carpe diem dus. Al moet je dat wel berekend doen en het niet te bont maken.” Dat uit zich onder meer in een feestje op zijn tijd en het aanschaffen van mooie kleren. ,,Ik koop eigenlijk liever cadeaus voor mijn vriendin. Dat geeft me een beter gevoel dan dat ik iets voor mezelf koop”, vertelt Lombaerts romantisch. Toch verraste zij hem met weekendjes weg.
Lombaerts is ook redelijk thuis in de keuken: ,,Tegenwoordig wel ja. Ik kook de laatste tijd al eens. Een stuk vlees in de pan is niet zo moeilijk natuurlijk, of puree maak ik ook klaar. Ik heb me recent ook een kookboek aangeschaft.” Tevens doet hij aan afwassen, kuisen: ,,Ik voel me er niet te goed voor.”