James Rodriguez leerde zijn vriendin Daniela Ospina kennen via haar broer David Ospina, die nog bij Arsenal speelde. Ze leerden elkaar kennen via wederzijdse vrienden in 2008. Daar sloeg de vonk over en begonnen ze te daten.
In 2010 stapten Daniela Ospina en James in het huwelijksbootje. Samen kregen ze in 2013 dochter Salome. Daniela staat bekend als erg sportief. Ze was in hun gezamelijke geboorteland Colombia al een verdienstelijk volleybalspeelster en pakte de sport weer op toen ze met James naar Madrid ging. Ze speelt net als haar man voor Real Madrid.
James Rodriguez heeft een relatie met Daniela Ospina
Daarnaast schittert ze tijdelijk weer in Colombia, als onderdeel van het televisieprogramma Dancing with the Stars. Opmerkelijk aan Daniela is ook haar besluit om een plastische ingreep aan haar neus te laten doen, nadat fans van Real Madrid haar ‘lelijk’ en een ’travestiet’ hadden genoemd. Nadat ze ingreep had laten doen, plaatste ze een foto op Instagram met de tekst: ,,The lelijke eend is een zwaan geworden.” Daarnaast koos ze een andere haar en make up stijl.
Toch verloopt het huwelijk tussen Daniela Ospina en James Rodriguez niet geheel rimpelloos. Volgens de Britse boulevardpers heeft Rodriguez zijn vrouw bedrogen met het rondborstige Instagram-model Helga Lovekaty, die haar bestaan vult met het de hele dag plaatsen van schaarsgeklede selfies van haar fraaigevormde lichaam. De affaire wordt gevoed door uitspraken van de Colombiaanse journalist Ivan Mejia Alvarez, die op televisie aangaf dat James hier en daar verschillende vriendinnetjes erop nahoudt. Daarbij komt dat brunette Lovekaty, een Russische schone, zich al eens zeer lovend uitliet over de sterspeler.
James Rodriguez, afkomstig uit Cucuta, ging in 2010 naar FC Porto. In 2013 stapte hij over naar AS Monaco, terwijl zijn echte doorbraak volgde op het WK van 2014. Het leverde hem een transfer naar Real Madrid op en een jaarsalaris van naar schatting zo’n zeven miljoen euro. Dat dankt de Colombiaan aan sterk onderhandelwerk van zijn zaakwaarnemer Jorge Mendes.