Spelersvrouw.nl

Antigona Neziri de vriendin van Leander Dendoncker

Antigona Neziri vriendin Leander Dendoncker

Antigona Niziri is de vriendin van Leander Dendoncker. De rijzende ster van Wolverhampton Wanderers en het Belgische nationale team is helemaal hoteldebotel op zijn vriendin Antigona Niziri!

Inhoudsopgave

Antigona Niziri vriendin Leander Dendoncker

Op zeer jonge leeftijd kreeg Leander Dendoncker al een relatie met de Kosovaarse Antigona Niziri, die een bachelor Business economics haalde aan de Vrije Universiteit Brussel en daarna ook nog eens een master Business economics/Management scoorde. Antigona werkt nu al een tijdje als senior consultant bij het bedrijf Capgemini Invent, dat actief is in de financiële sector. Ze is niet erg actief op social media; daar heeft ze blijkbaar geen tijd voor!

Leander Dendoncker voetballer Wolverhampton Wanderers en Rode Duivels

Leander Dendoncker is een Belgische voetballer die doorgaans op het middenveld speelt. Al in 2013 maakte hij zijn officiële debuut bij Anderlecht in de supercup tegen KRC Genk: na 81 minuten mocht hij invallen voor Dennis Praet. Dendoncker groeide in Brussel snel uit tot een vaste waarde en verdiende in de zomer van 2018 een transfer naar Premier League-club Wolverhampton Wanderers, dat hem voor 1 miljoen euro huurde met een verplichte aankoopoptie ter waarde van 13,8 miljoen euro. Van meet af aan werd hij eigenlijk in de basis geposteerd bij de Wolves.

In 2015 debuteerde de middenvelder bij het Belgische nationale team en in 2018 mocht hij mee naar het wereldkampioenschap in Rusland. Daar speelde hij één wedstrijd: tegen Engeland maakte hij de 90 minuten vol.

Dendoncker had last van heimwee

Als jonge jongen had Leander Dendoncker veel moeite om zich staande te houden in de voetbalwereld. Aanvankelijk kwam hij uit voor het ‘veilige’ KSV Roeselare, maar toen werd hij gescout door Anderlecht. Dat betekende meteen wel dat hij bij een gastgezin moest wonen, ver van huis. In een interview vertelt hij dat hij het daar moeilijk mee had: “Behoorlijk. Ik was een moederskind en ineens was ik ver van huis. We reden naar Brussel om mij weg te brengen en dat was het dan: ik móést daar blijven slapen en het leek wel voor altijd. Die eerste maand kon ik echt niet aarden. Er waren dagen dat ik drie keer per dag naar huis belde met tranen in de ogen. Ik wist dat ik mijn moeder pijn deed, maar ik kon niet anders. Ma zag daar echt van af. Mijn pa ook wel, maar die verborg dat meer.”